Spelling

Woordbeeldtrainer.

Wat is dat… een woordbeeld?

Stel je moet als geoefende speller het woord ‘auto’ opschrijven en je zou twijfelen tussen de -au- of -ou-. Ga bij jezelf na wat je dan zou doen?

In de meeste gevallen zal je het geschreven woord in gedachten voor je zien, zodat je weet welke van de twee er ‘raar’ uitziet. Dat komt doordat je in je hoofd als het ware een beeld hebt gevormd van het goede woord: een visueel woordbeeld.

Dit ‘beeld’ in je hoofd is een soort spiekbriefje en daardoor zal je dit woord ook snel kunnen herkennen in een tekst.

Wat als je als ongeoefende of zwakke lezer of schrijver moet kiezen tussen het woord auto en outo? Veel kinderen ontwikkelen vanzelf visuele woordbeelden. Maar de ervaring is dat kinderen die maar blijven worstelen met lezen en spelling niet vanzelf zo’n woordbeeld ontwikkelen. Zij blijven dan afhankelijk van de auditieve strategie die uitgaat van ‘ik schrijf wat ik hoor’, ook als het moeilijker wordt. Dat kost tijd en energie en het risico op fouten is groot.

Bovendien geeft de klank van een woord vaak onvoldoende informatie over de spelling. Want als je zou mogen schrijven wat je hoort, zijn al deze woorden goed: nigt, zach, meew, mooj, spiejon en boomen.

Zonder visueel woordbeeld (spiekbriefje in je hoofd) is het onmogelijk om te onthouden hoe je al die woorden dan wel moet schrijven.

Sommige kinderen hebben bij het horen van het woord ‘auto’ een heel sterk visueel beeld. Zij zien dus alleen een plaatje van een auto en niet de schrijfwijze. Dit helpt natuurlijk ook niet met schrijven.

Kinderen die niet spontaan een visueel woordbeeld ontwikkelen ervaren veel keuze-stress als ze moeten schrijven, want auto  of outo is natuurlijk niet het enige probleem! Denk aan de keus tussen ei-ij of ch-g, v-f of d-t. Voor veel kinderen is het op het gehoor onduidelijk waarom we foto met een –f– schrijven en vakantie met een –v-. Bijna net zo lastig is de keus in rand en krant.

Uit onderzoek blijkt dat het aanleren van spellingsregels en eindeloos herhalen van woordjes geen winst oplevert voor de spellingvaardigheid van zwakke spellers en dyslectici.

Veel kinderen met spellingproblemen hebben vaak ook moeite met het toepassen van spellingregels.

Het kan voorkomen dat een kind geen juist beeld van een woord in het hoofd kan vormen.

Bij gebrek aan dat beeld gebruikt het kind de enige mogelijkheid die nog voorhanden is: schrijven zoals je het hoort. Juist daardoor gaat het bij veel kinderen fout.